Theo van Leipsig
uit de serie de kist al in huis
Theo van Leipsig
Een beetje teleurgesteld was hij wel, Theo van Leipsig (80) uit Helmond, onlangs bij de begrafenis van zijn oudere zus: “Was het toch weer zo’n standaardkist.” En dat terwijl een mooie beschildering de aanblik van een kist veel minder hard en triest maakt, vindt hij. Nadat Van Leipsig eerder een hele trits begrafenissen te verstouwen had gekregen, kocht hij zelf een kist en begon die te beschilderen met het Toscaanse landschap dat hij zo goed kent: “Ik ga al jaren met vier bevriende schilders naar die regio, en dan zitten we hele dagen in de natuur met een stoeltje en een schildersdoek.”

Toch wil Van Leipsig zijn eigen kist het allerliefste verkopen: “In mijn atelier is er maar ruimte voor één kist, en ik zou graag aan de slag gaan met iets nieuws. Als deze weg is, maak ik eerst een zonsondergang, en daarna iets met vlinders. De kist die als laatste onverkocht in het atelier staat, die is straks voor mezelf.” Hoewel er al veel belangstelling was voor de beschilderde kist, hebben zich tot nu toe nog geen kopers gemeld.

Oscaruitreikingen

Van Leipsig schildert nu een jaar of zes. Na zijn pensionering volgde hij de kunstacademie in Arendonk, maar ook zijn werkend leven stond in het teken van creativiteit. Hij was bloemdecorateur en werkte overal: van de dahliatentoonstelling op de Floriade in Zoetermeer tot een arrangement voor de Oscaruitreikingen in Los Angeles, waar hij tussen sterren liep als Don Johnson en Diana Ross. En van decadente feesten in Koeweitse woestijnkastelen tot de begrafenissen van de slachtoffers in Srebrenica: “Ik heb gezien wat er van een mens wordt als die te veel geld heeft, en de verschrikkingen die mensen elkaar aandoen.”

Naar eigen zeggen was Van Leipsig ook degene die Valentijnsdag naar Nederland bracht. Nee, niet vanuit Amerika; zelf ontdekte hij het liefdesfeest in Japan: “Bloemen gaven ze elkaar daar niet, dat onderdeel heb ik er zelf bij bedacht.”

Naast zijn schilderijen werkt Van Leipsig aan zijn boek Tweemaal geboren, over de tijd vóór en ná zijn niertransplantatie. In de laatste periode voor de ingreep nam hij zijn dialyseapparaat mee naar demo’s in Griekenland en Italië: “Ik koppelde dat apparaat daar gewoon aan, en ging aan de slag. Zonde om uren in het ziekenhuis te zitten wachten tot het gebeurd is.” Heeft hij weleens het idee gehad de dood in de ogen te hebben gekeken? “Nee nooit: toen niet en nu niet. Normaal gesproken gaat zo’n nieuwe nier een jaar of zeven mee, en ik ben nu al vijftien jaar verder. Mooi toch?”

Losgelaten

Behalve die beschilderde kist, heeft hij geen wensen voor de uitvaart: “dat mogen zij allemaal bepalen”, met een hoofdknik naar de familie in de andere kamer. “Dood is dood. Van huis uit ben ik katholiek, maar door mijn reizen heb ik dat losgelaten: ik heb tot Boeddha gebeden, ik heb tot Allah gebeden, ik heb tot Jahweh gebeden, tot ik nergens meer in geloofde. Mijn familie mag kiezen welke kleren ik straks draag in de kist, en of ze me begraven of cremeren.” Welke van de twee opties het ook wordt, het kunstwerk op de kist zal aan het oog onttrokken worden. Is dat niet jammer? “Welnee, vergankelijkheid hoort bij het leven: al het mooie wat ik in mijn werkend leven heb gemaakt, was binnen een week verdwenen.”

andere verhalen uit de serie de kist al in huis