
uit de serie virgo
Monique (45): “Ik ben blij dat ik maagd benâ€
“Iew, vies!â€, riep de hele klas toen we seksuele voorlichting kregen op de lagere school. Alleen, bij de meeste klasgenoten is die afkeer van seks in de loop van de jaren verdwenen, en bij mij is die gebleven.
Ik heb mezelf nog lang kunnen wijsmaken dat seks iets was voor later, maar ik werd een tiener, een twintiger, een dertiger – en de interesse voor het lichaam van een ander bleef uit. Ik had al weleens gehoord over ‘aseksualiteit’, maar stopte het weg – bang als ik was voor de gevolgen. Want als ik geen toekomst had met man en kinderen, hoe dan wel? Ik bleef mezelf daarom maar voorhouden: als ik de ware tegenkom, gebeurt het vanzelf wel.
Er gebeurde ook wel Ãéts. In een café heb ik eens getongzoend met een jongen aan wie ik gekoppeld zou worden die avond. Alleen, of het nu de drank was, de stress of alleen dat zoenen, ik ben opgestaan, naar het toilet gelopen en over mijn nek gegaan.
In mijn studententijd, ben ik een keer met een huisgenoot in bed beland. Doordat ik al snel begon over de pil en dat ik die niet slikte, hebben we elkaar verder niet aangeraakt. Ik was blij en trots tegelijk: blij dat het niet hoefde, en trots omdat ik intussen toch met iemand naar bed was geweest. Ik hoorde erbij! Hoewel ik een jaar of tien later nog twee maanden lang een vriendje heb gehad, was dat het dichtste bij seks dat ik ooit was.
Ergens tussen mijn dertigste en vijfendertigste kwam ik definitief uit de kast als aseksueel. Ik ontdekte in die tijd een internetforum over aseksualiteit, AVEN. De eerste maanden was ik er bijna verslaafd aan, want het was een feest van herkenning: ik bleek opeens niet de enige te zijn die seks vies vond.
Mijn vader heb ik het verteld door hem een interview met een aseksueel te laten lezen dat in een vrouwenblad stond. Ik zei erbij: dit gaat min of meer ook over mij. Mijn vader begreep het direct. Hij herkende het uit zijn eigen relatie. Ze hebben samen weliswaar vier kinderen gekregen, maar zo ging dat toen: je trouwde, kreeg kinderen, en daarvoor moest natuurlijk wel wat gebeuren, ook als je er dat niet zo leuk vond om te doen. Mijn moeder zelf wuifde het weg: zoiets bestond niet. Een psychologe die ik ooit sprak over mijn geaardheid, opperde eens op een terras te bedenken wie ik dan aantrekkelijk vond. Maar ik heb dat niet. Ik mag in de zomer graag een mooi jurkje aantrekken, en genieten van bewonderende blikken, maar andersom zal ik nooit een kloppend hart krijgen van een wildvreemde man. Ook raadde die psycholoog me aan te experimenteren op seksueel gebied. Doe het eens een keer met jezelf, suggereerde ze. Op een avond werd ik wakker en toen dacht ik: oké, laat ik het eens proberen. Toen heb ik een beetje gevoeld en gewreven. Ik vond het ergens wel prettig, maar niet zo van ‘Wauwie, dit ga ik vaker doen.’ Het enige wat ik weleens mis is iemand voor wie ik speciaal ben, en andersom, met wie je een echt ‘samengevoel’ hebt. Ik heb heel Azië doorkruist met groepsreizen, maar het lijkt me zo gezellig om een keer in een weekend op de bonnefooi een tentje achter in de auto te gooien en er samen op uit te gaan. Een enkele keer denk ik: was ik maar als iedereen, en kon ik mezelf maar overgeven aan een relatie. Maar gegeven de situatie ben ik blij dat ik maagd ben, want dat betekent dat ik niets heb hoeven doen waar ik geen zin in heb.
Ik heb mezelf nog lang kunnen wijsmaken dat seks iets was voor later, maar ik werd een tiener, een twintiger, een dertiger – en de interesse voor het lichaam van een ander bleef uit. Ik had al weleens gehoord over ‘aseksualiteit’, maar stopte het weg – bang als ik was voor de gevolgen. Want als ik geen toekomst had met man en kinderen, hoe dan wel? Ik bleef mezelf daarom maar voorhouden: als ik de ware tegenkom, gebeurt het vanzelf wel.
Er gebeurde ook wel Ãéts. In een café heb ik eens getongzoend met een jongen aan wie ik gekoppeld zou worden die avond. Alleen, of het nu de drank was, de stress of alleen dat zoenen, ik ben opgestaan, naar het toilet gelopen en over mijn nek gegaan.
In mijn studententijd, ben ik een keer met een huisgenoot in bed beland. Doordat ik al snel begon over de pil en dat ik die niet slikte, hebben we elkaar verder niet aangeraakt. Ik was blij en trots tegelijk: blij dat het niet hoefde, en trots omdat ik intussen toch met iemand naar bed was geweest. Ik hoorde erbij! Hoewel ik een jaar of tien later nog twee maanden lang een vriendje heb gehad, was dat het dichtste bij seks dat ik ooit was.
Ergens tussen mijn dertigste en vijfendertigste kwam ik definitief uit de kast als aseksueel. Ik ontdekte in die tijd een internetforum over aseksualiteit, AVEN. De eerste maanden was ik er bijna verslaafd aan, want het was een feest van herkenning: ik bleek opeens niet de enige te zijn die seks vies vond.
Mijn vader heb ik het verteld door hem een interview met een aseksueel te laten lezen dat in een vrouwenblad stond. Ik zei erbij: dit gaat min of meer ook over mij. Mijn vader begreep het direct. Hij herkende het uit zijn eigen relatie. Ze hebben samen weliswaar vier kinderen gekregen, maar zo ging dat toen: je trouwde, kreeg kinderen, en daarvoor moest natuurlijk wel wat gebeuren, ook als je er dat niet zo leuk vond om te doen. Mijn moeder zelf wuifde het weg: zoiets bestond niet. Een psychologe die ik ooit sprak over mijn geaardheid, opperde eens op een terras te bedenken wie ik dan aantrekkelijk vond. Maar ik heb dat niet. Ik mag in de zomer graag een mooi jurkje aantrekken, en genieten van bewonderende blikken, maar andersom zal ik nooit een kloppend hart krijgen van een wildvreemde man. Ook raadde die psycholoog me aan te experimenteren op seksueel gebied. Doe het eens een keer met jezelf, suggereerde ze. Op een avond werd ik wakker en toen dacht ik: oké, laat ik het eens proberen. Toen heb ik een beetje gevoeld en gewreven. Ik vond het ergens wel prettig, maar niet zo van ‘Wauwie, dit ga ik vaker doen.’ Het enige wat ik weleens mis is iemand voor wie ik speciaal ben, en andersom, met wie je een echt ‘samengevoel’ hebt. Ik heb heel Azië doorkruist met groepsreizen, maar het lijkt me zo gezellig om een keer in een weekend op de bonnefooi een tentje achter in de auto te gooien en er samen op uit te gaan. Een enkele keer denk ik: was ik maar als iedereen, en kon ik mezelf maar overgeven aan een relatie. Maar gegeven de situatie ben ik blij dat ik maagd ben, want dat betekent dat ik niets heb hoeven doen waar ik geen zin in heb.
andere verhalen uit de serie virgo